
Kanker is een van de belangrijkste doodsoorzaken wereldwijd, zowel in welvarende landen als in ontwikkelingslanden. Veel patiënten met kanker ervaren een verminderde levensverwachting en hebben uitgezaaide ziekte op het moment van overlijden. De precieze oorzaken van sterfte en achteruitgang van de patiënt vóór overlijden zijn echter nog niet volledig begrepen. Dit gebrek aan informatie, vooral het ontbreken van mechanistische inzichten, vormt een uitdaging voor de ontwikkeling van nieuwe behandelingsstrategieën om de kwaliteit van leven te verbeteren en mogelijk het leven van patiënten met kanker in een laat stadium te verlengen.
Acute gebeurtenissen die leiden tot sterfte
Hoewel sommige vormen van kanker kunnen worden beschouwd als een chronische aandoening, waarbij veel patiënten jarenlang met hun ziekte leven, is de directe oorzaak van sterfte vaak een acute gebeurtenis. Enkele veelvoorkomende acute gebeurtenissen die tot de dood van kankerpatiënten leiden, zijn vasculaire stolling en hartfalen. Patiënten met kanker hebben een verhoogd risico op trombo-embolie, wat kan leiden tot ademhalingsfalen, fatale beroertes, hartfalen of myocardinfarcten. Ook kunnen bloedingen als gevolg van een tekort aan bloedplaatjes levensbedreigend zijn.
Daarnaast kan het volume van de tumor de functie van een vitaal orgaan belemmeren, bijvoorbeeld bij hersenmetastasen of primaire hersentumoren, wat kan leiden tot een verhoogde intracraniële druk en uiteindelijk tot onomkeerbaar hersenfalen. Grote longmetastasen kunnen de essentiële gasuitwisselingsfunctie van de longen verstoren, wat kan resulteren in ademhalingsfalen.
Onderliggende oorzaken
Het bepalen van de directe doodsoorzaak roept verdere vragen op over de onderliggende factoren die leiden tot fatale pathologie en hoe uitgezaaide kanker deze factoren triggert of versnelt. In deze sectie wordt onderzocht hoe de chronische verstoring van drie belangrijke fysiologische orgaansystemen bijdraagt aan sterfte bij kankerpatiënten: het immuunsysteem, het zenuwstelsel en het metabolisme.
Het immuunsysteem
Bij kankerpatiënten wordt het immuunsysteem steeds minder effectief in het reageren op infecties, een fenomeen dat vaak generiek wordt aangeduid als ‘immuunuitputting’. Dit verhoogt de vatbaarheid voor infecties en leidt tot ernstigere gevolgen dan bij gezonde individuen. Bovendien kan de aanwezigheid van kanker in verschillende organen vergelijkbare cellulaire en moleculaire gebeurtenissen triggeren als wondreacties, wat hematopoëse verstoort en leidt tot een veranderde leukocytensamenstelling.
Het zenuwstelsel
Tumoren in de hersenen of omliggende weefsels kunnen de neurale verbindingen aanzienlijk verstoren, wat leidt tot cognitieve stoornissen, motorische en sensorische disfunctie en zelfs persoonlijkheidsveranderingen. Bovendien kunnen tumoren de circadiane ritmes beïnvloeden, wat leidt tot problemen met geheugen en slaap, wat essentieel is voor de herstelprocessen van het lichaam.
Metabolisme en cachexie
De aanwezigheid van metastasen stelt het lichaam voor veranderde energie- en anabole eisen, wat leidt tot nadelige onevenwichtigheden in het metabolisme. Progressief en onvrijwillig gewichtsverlies – aangeduid als cachexie – is een wijdverbreid fenomeen dat vaak wordt gezien bij patiënten met uitgezaaide kanker. Dit complexe syndroom wordt gekenmerkt door een negatieve energiebalans, veroorzaakt door een combinatie van verhoogde energie-uitgaven en katabolisme, met verminderde eetlust en calorische inname.
Aanbevelingen
Om de oorzaken van sterfte bij kankerpatiënten beter te begrijpen en de kwaliteit van leven te verbeteren, stellen we de volgende stappen voor:
- Verbeterde gegevensregistratie en rapportage: Meer consistentie in overlijdensakten, met specifieke acute oorzaken naast de onderliggende kankeroorzaak.
- Meer gedetailleerde observationele klinische studies: Het nauwkeurig identificeren van prognostische factoren die correleren met overleving.
- Verhoogde relevantie van modelsystemen: Ontwikkeling van langzaam voortschrijdende modellen en replicatie van andere comorbiditeiten om nauwkeuriger de observaties bij patiënten na te bootsen.
- Klinische proeven: Aanpassing van klinische proeven om ook klinische voordelen te overwegen in termen van gewicht, spierverlies en andere specifieke determinanten van effectiviteit, in plaats van alleen de voortgang van kanker te monitoren.
Door deze stappen te volgen, kunnen we een beter begrip krijgen van de processen die plaatsvinden bij patiënten met vergevorderde kanker, wat kan leiden tot verbeterde strategieën om ziektesymptomen te minimaliseren en de kwaliteit van leven aan het einde van het leven te maximaliseren.