Medische desinformatie: helemaal in

De column van Merel van Vroonhoven brengt een cruciaal probleem aan het licht: de invloed van medische desinformatie, vooral in de gezondheidszorg, aangedreven door influencers op sociale media. De verbreiding van ongegronde of incorrecte medische informatie door deze influencers kan ernstige gevolgen hebben, variërend van de verkeerde behandeling van huidproblemen tot het in twijfel trekken van het belang van vaccinaties. Dit probleem is niet alleen relevant voor de algemene bevolking maar raakt ook de kern van de medische beroepsgroep en patiëntenzorg.

Van Vroonhoven benadrukt dat onderwijs het krachtigste wapen is tegen desinformatie. Dit principe kan en moet toegepast worden binnen de medische gemeenschap. Het onderwijzen van patiënten en het brede publiek over gezondheidsinformatie en het kritisch beoordelen van bronnen is essentieel. Dit betekent dat medische professionals niet alleen up-to-date moeten blijven met hun medische kennis maar ook vaardig moeten zijn in het communiceren van deze kennis op een toegankelijke en verifieerbare manier. Digitale geletterdheid en mediawijsheid worden steeds belangrijker in de medische praktijk, niet alleen voor het interpreteren van medische informatie maar ook voor het onderwijzen van patiënten over hoe ze betrouwbare bronnen kunnen vinden en gebruiken.

Bovendien wijst Van Vroonhoven op de rol van verantwoordelijkheidsgevoel bij gezagdragers en de noodzaak voor strengere regulering van “giftige algoritmen” door de wetgever. In de context van de gezondheidszorg betekent dit dat er een grotere nadruk moet liggen op het reguleren van medische informatie en advertenties op sociale media en andere platforms om ervoor te zorgen dat deze betrouwbaar en wetenschappelijk onderbouwd zijn.

In lijn met Van Vroonhoven’s oproep tot actie, is het belangrijk dat medische professionals, onderwijsinstellingen en gezondheidsorganisaties samenwerken om publieke educatieprogramma’s te ontwikkelen die gericht zijn op het verhogen van de gezondheids- en mediageletterdheid. Dit kan bijdragen aan een beter geïnformeerde bevolking die in staat is om gezondheidsinformatie kritisch te evalueren en weerstand te bieden tegen de verleiding van sensationele maar ongegronde medische claims.