De impact van vaccinaties in de afgelopen 50 jaar is onmiskenbaar groot geweest, vooral in het drastisch verlagen van de kindersterfte wereldwijd. Een nieuw onderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) benadrukt dat vaccins alleen al 40% van de daling van de zuigelingensterfte sinds 1974 verantwoordelijk waren. In deze periode hebben vaccinaties naar schatting 154 miljoen levens gered, waarvan 146 miljoen kinderen onder de vijf jaar oud, inclusief 101 miljoen baby’s. Deze reddingen vertegenwoordigen ongeveer 9 miljard extra levensjaren.
Het onderzoek, dat samenvalt met de 50e verjaardag van het uitgebreide immunisatieprogramma van de WHO, markeert ook de ontwikkeling en verspreiding van cruciale vaccins zoals tegen difterie, kinkhoest, tetanus, polio en mazelen. Deze werden snel uitgerold in rijkere landen en zijn uiteindelijk ook verspreid naar landen in het mondiale zuiden, waardoor de impact van deze ziektes aanzienlijk is verminderd.
Specifiek het mazelenvaccin wordt benadrukt als bijzonder effectief; het heeft sinds 1974 ongeveer 93,7 miljoen levens gered. De succesvolle uitroeiing van mazelen door vaccinatie heeft deze ziekte van een alomtegenwoordige, snel verspreidende dodelijke dreiging veranderd in iets dat nu grotendeels tot het verleden behoort. Echter, de tegenstand tegen vaccinaties vormt een potentieel risico voor deze vooruitgang.
Dit alles toont aan hoe essentieel vaccinaties zijn geweest voor de volksgezondheid en benadrukt het belang van voortdurende inspanningen om nieuwe vaccins te ontdekken en te verspreiden voor ziektes zoals malaria en tuberculose, die een vergelijkbaar transformerend effect zouden kunnen hebben.